Skip to main content

Leren werken met organisatie-opstellingen, waarom?

In een serie korte posts zetten Leanne Steeghs en Philippe Bailleur de afgelopen tijd op een rijtje wat de waarde zoal kan zijn van het leren begeleiden van organisatieopstellingen. Zowel voor jezelf als professional, als voor de organisaties waarmee je werkt. Die korte stukjes, hebben ze nu gebundeld in één artikel.

Wat levert het op voor jou als begeleider?

Je leert een goede innerlijke ruimte te creëren.

Het ambacht van organisatie opsteller vereist een bijzondere innerlijke houding. Een houding die ruimte biedt om te kijken naar wat onder ogen moet worden gezien in de onderstroom. Geen ruimte waarin iets gemaakt wordt maar een ruimte waarin iets kan ontstaan, iets zich kan tonen of ontvouwen dat relevant is voor het systeem waarmee je op dat moment werkt.

Deze innerlijke houding is geen ‘actieve’ houding maar een houding van inhouden, niet handelen, verduren en alert wachten tot de juiste interventie zich aandient. Een houding die vaak haaks staat op wat onze maatschappij waardeert. En ook in organisaties staat ‘doen’ meestal boven ‘zijn’, natuurlijk.

Het mooie is dat deze innerlijke houding niet beperkt zal blijven tot je rol als begeleider van opstellingen. Dit vermogen zal verder uitdeinen naar andere facetten van je leven en werk. Wie weet wordt het een deel van je levenshouding.

Je leert je lichaam als antenne gebruiken.

Als je leert werken met opstellingen, leer je systemisch fenomenologisch kijken naar organisaties en teams. Je leert op een veel subtielere manier waarnemen door de verschijnselen, zoals die zich voordoen, te leren zien als expressies van het systeem waarmee je werkt. Zo kom je veel sneller bij kernpatronen. Dit vraagt natuurlijk het uitstellen van oordeel of het alvast bewust blijven van je oordeel maar evenzeer het loslaten van intentie. Het gaat over waarnemen vanuit ‘het lege midden’, zonder iets toe te voegen of te willen veranderen.

Je lichaam fungeert dan als een soort antenne waarmee je de systeem energie van een organisatie kunt ontvangen. Door dit afstemmen op een systeem te oefenen – bijv. als begeleider maar ook als representant – verfijnt je sensitiviteit. Het voelen van en leren vertrouwen op de signalen van je lichaam, zorgt er vervolgens ook voor dat je er vaker op zal durven te vertrouwen als begeleider. Wetende dat de informatie die via jouw lichaam binnenkomt, heel vaak bijzonder relevante informatie is over het systeem waarmee je werkt.

Je leert om het systeem de weg te laten tonen.

Het gaat hier in wezen om het afgestemd handelen ‘op het juiste moment’ met de ‘juiste intensiteit’, dus niet door iets te bedenken vanuit je hoofd , maar door te leren wachten tot het moment waarop je bewogen wordt. Onze ervaring – uit honderden opstellingen – is dat van hieruit de meest krachtige en duurzame interventies ontstaan voor het organisatiesysteem waarmee je werkt.

Dit vraagt moed, geduld en aanvaarding van ‘niet weten’. Een uitdagend en boeiend ‘oefenterrein’ voor veel organisatiewerkers omdat – ook hier weer – ‘weten’ meestal boven ‘niet weten’ staat in organisaties.

“Als je niets meer weet, is alles mogelijk.”

Wat levert het op voor de organisaties waarmee je werkt?

Je leert een röntgenfoto maken van de onderstroom van organisaties.

Als het in de bovenstroom – de dagelijkse werking van de organisatie – sputtert, dan speelt er vast iets in de onderstroom. Vaak voelen we dat wel, maar kunnen we er de vinger niet op leggen, laat staan erop ingrijpen. Een organisatieopstelling geeft je een röntgenfoto van de dynamieken in de onderstroom, gelinkt aan een knoop of blokkade in de bovenstroom. Die foto opent vervolgens nieuwe perspectieven om mee aan de slag te gaan voor het betreffende organisatiesysteem .

Het vergt echter heel wat van een opsteller om die röntgenfoto goed te laten ontwikkelen, met name een combinatie van organisatiekunde en kennis van systemische principes.

Je leert onderliggende patronen aan de oppervlakte te brengen inclusief een oplossingsrichting.

Soms raken organisaties niet uit vastgeroeste patronen terwijl het verlangen om in een andere interne dynamiek te geraken er wel degelijk is. Denk aan het samenspel tussen afdelingen of tussen directie en middenkader.

Een opstelling brengt aan de oppervlakte wat er nodig is om uit zo’n patroon te geraken. Als opsteller doorzie je veel sneller patronen en heb je veel sneller door dat je erin meegesleurd wordt.

Essentieel bij het werken met organisaties, toch?

Tot slot, leer je waarvoor je organisatieopstellingen kunt inzetten rekening houdende met waar organisaties staan in relatie tot deze manier van kijken en werken.

Hoe krachtig deze methode ook mag zijn, het is en blijft een – voor veel mensen en organisaties – vreemde aanpak. Dit betekent dat je als begeleider van opstellingen ook moet leren inschatten waar de organisatie zich al wel of nog niet voor kan openstellen. Leren inschatten welke thema’s zich makkelijk lenen voor een organisatieopstelling is daarbij handig en zeker als je werkvormen of formats in je rugzak hebt zitten die dan ook nog eens drempelverlagend werken. Het is immers aan ons – opstellers – om ons af te stemmen op de organisaties waar we mee werken. Hierna volgt alvast een reeks thema’s die je met organisatie opstellingen zou kunnen exploreren:

  • Men wil bepaalde strategische keuzes of scenario’s onderzoeken op één van de volgende vlakken: pricing, product- of diensten aanbod, doelgroep & segmentering, koerswijzigingen, merkpositionering, …
  • Iemand wil zicht krijgen op de beste positie voor een nieuwe rol of afdeling in een bestaande organisatie. Een opstelling toont wat de krachtigste en meest dienende plek is voor een bepaalde rol, functie of afdeling én het geheel.
  • Men wil zicht krijgen op gespannen werkrelaties tussen teams of afdelingen en omdat men vermoedt dat er een en ander getriggerd raakt in de samenwerking.
  • Men wil op het spoor komen welke blokkades – in de onderstroom – de groei van de organisatie belemmeren.

“Je kunt het leven alleen indirect zien. Alleen levendigheid kan je direct herkennen.”

Kortom, rond een aantal thema’s levert een opstelling vaak sneller, extra informatie op waar je niet bij komt door erover te blijven praten. Opstellingen sluiten ‘praten over’ niet uit maar bieden een extra perspectief. Organisaties die beide perspectieven durven omarmen kunnen vaak beter om met de complexiteit en onvoorspelbaarheid van een snel veranderende wereld. Wat ons bijzonder aantrekt – tot slot – is het feit dat opstellingen vaak haarfijn aan de oppervlakte brengen wat een levend systeem versterkt of verzwakt. Ook dat is bijzonder handig als je je met een organisatie op onbekend terrein begeeft.

De tweede editie van de Opleiding tot Organisatieopsteller met Philippe Bailleur en Leanne Steeghs start op 23 juni. Er zijn nog twee plaatsen beschikbaar. Meer info en aanmelden kan via https://www.hrdacademy.be/nl/opleidingen/13145/coach-en-consultant/opleiding-tot-organisatieopsteller